… zo weinig mogelijk! De afgelopen maanden waren we volop bezig met de voorbereidingen voor onze tocht. Met als één van de klussen de bepakking. Wat gaat er in onze rugzak – en wat ook vooral niet? Het puzzelen met de paklijst zorgt voor flinke voorpret. Het avontuur wordt hiermee telkens tastbaarder en concreter. Tijdens ieder bezoekje aan de outdoorwinkel [en dat zijn er veel] zien we weer nieuwe dingen die van pas zouden kunnen komen. De kunst is om daar niet teveel aan toe te geven en alleen die items in te pakken die we écht nodig hebben. De grote vraag is dan natuurlijk wat dan echt noodzakelijk is. Kan een mens leven met twee onderbroeken of heb je toch minstens drie nodig? Dit zijn de grote vragen.

En het antwoord is niet eenduidig. Binnen de wandel community kun je grofweg twee stromingen onderscheiden. Ze zijn het best als volgt te omschrijven:

  1. Amerikaans & ultralight
  2. Europees & degelijk

Bij ‘Amerikaans & ultralight’ moet je denken aan een basisbepakking [zonder eten en drinken] van tussen de 3 en 5 kg. Dit zijn de diehard grammenjagers die op trailrunners lopen, met een frameless rugtas rondlopen en op een dun stukje foam slapen [ingekort tot op de heupen hè, je benen hebben volgens deze filosofie geen matras nodig]. Zelfs de steel van de tandenborstel wordt afgeknipt. De focus ligt bij hen vooral op het comfort tijdens het lopen en het jezelf zo efficiënt mogelijk verplaatsen van A naar B. Dit type wandelaar probeert blessures te voorkomen door zijn of haar tas zo licht makkelijk te pakken zodat de belasting op de gewrichten tijdens het lopen minimaal is. Nou beamen wij de logica achter een lichte tas en niet te zware bergstampers aan je voeten, maar we zien toch ook wel het voordeel van een matje voor je hele lijf.

Bij ‘Europees & degelijk’ moet je denken aan een basisbepakking van tussen de 10 en 20 kg. In Europa ligt de focus meer op het idee dat spullen onderweg vooral niet stuk moeten gaan, enkelsupport een lifesaver is en is men veel meer bezig met comfort buiten het lopen om. Denk hierbij aan een fatsoenlijk luchtbed, degelijke pan om een maaltijd in te bereiden en slippertjes voor op de camping. Dit type wandelaar probeert blessures te voorkomen door stevige bergschoenen en een tas met hipbelt te dragen.

Voor beide benadering valt uiteraard wat te zeggen. Tijdens de GR5 hebben we samen kunnen uitvinden wat voor ons werkt en wat niet. De vuistregel die we hanteerden bij de keuze van de uitrusting voor de PCT is als volgt:

“Je wilt dat je spullen eraan bijdragen dat het 95% van je tijd op de PCT chill is. Wil je ook nog die overige 5% van de tijd dichttimmeren met comfort, dan eindig je met een te zware tas, waardoor het in zijn geheel minder chill wordt.”

Dat betekent dus maximaal 2 onderbroeken.

Het lijkt een studie op zich – en zo ziet Mart het ook – maar niets is zo fijn als alleen essentiële spullen bij je te dragen. Een volwaardig matje. De rest is overbodig.

NB. Een kleine kanttekening. De gemiddelde thru-hiker zal er van gruwelen [want je kan het niet eten of er in schuilen], maar voor ons behoort ook het Catan kaartspel tot de essentials. Je bent pas echt op vakantie als je de mogelijkheid hebt om de ander in te maken met Catan.

Bekijk hier onze paklijst!