4128 – 4285 km

Een gek idee, dit wordt onze laatste blog over de Pacific Crest Trail. Drie dagen geleden zijn we namelijk gefinisht bij de Northern Terminus, het monument vlak naast de Canadese grens dat het eindpunt van de PCT markeert. We schrijven deze blog vanuit Vancouver, waar we afgelopen donderdag zijn opgevangen door twee oud PCT-hikers wie we vorig jaar hebben ontmoet. Maar voordat we over die laatste paar honderd meter en de finish schrijven; eerst natuurlijk de hele geschiedenis. 

De laatste dagen tussen Holden en de grens verliepen soepel. Nadat we Holden verlieten, liepen we een omweg vanwege bosbranden. De vallei die we inliepen voelde nog meer “remote” dan anders, omdat er geen veel belopen pad was. De helft van het pad was overwoekerd en de route was zo nu en dan erg steil. Vergeleken met dit is de PCT een rode loper! Het voelde alsof we met z’n drieën de enige mensen in de hele vallei waren, samen met waarschijnlijk heel veel beren. Overal lag hoopjes berenpoep en Snowcone zag er ook nog één. We lazen dat hier ook grizzlyberen voorkomen, maar die hebben we niet gezien. We praatten extra luid om ze te waarschuwen.  Na een erg koude rivier oversteek waarbij de schoenen uit moesten, kookten we ons potje noedels. Uit het niets zagen we nog een stinkdier voorbij wandelen. Zo bijzonder wat je in de schemering allemaal ziet als je een tijdje stilzit. We vonden snel daarna een vlak stukje grond om onze tenten op te zetten. De volgende dag zouden we koers zetten naar Stehekin, nog zo’n afgelegen dorpje waar je alleen met een kleine ferry makkelijk kan komen. We hadden wilde verhalen gehoord over de bakkerij daar, vol verwachting gingen we slapen. 

De volgende dag moesten we nog zo’n 15 km van de omweg lopen, we vochten ons zo nu en dan een weg door de struiken. Onze benen zaten onder de rode striemen.  Laat in de ochtend arriveerden we in Stehekin, waar we meteen een persoonlijk record vestigden. Met z’n drieën liftten we op dezelfde weg drie keer heen en weer in een andere auto. Van de General Store naar de bakkerij, van de bakkerij naar het postkantoor… dat idee. We hadden een paar weken terug vanuit Cascade Locks al een pakket met eten naar onszelf opgestuurd. Daar waren we nu erg blij mee, want behalve bij de bakkerij was er bijna niks te koop in Stehekin. Bij een picknicktafel spreidden we ons hele hebben en houden uit, pakten we al het eten in en namen we nog een duik in Lake Shelan [een 80 km lang meer]. Vervolgens liftten we naar de bakkerij, waar we heerlijke taartjes en croissants aten. Toen konden we het niet langer uitstellen, we moesten beginnen aan de klim die Stehekin weer uit leidde. Strak 1800 meter omhoog binnen 12 km. We zaten nog steeds niet op de PCT, vanwege meer bosbranden moesten we een omweg lopen van zo’n 40 km extra bovenop de reguliere kilometers. We begonnen aan de klim, die ons uiteindelijk een kleine vier uur kostte [plus misschien een jaar van ons leven]. Het was ontzettend warm, steil en zwaar. Maar zoals bij alle moeilijke momenten: het duurde niet voor eeuwig en rond halfacht konden we onze tent opzetten. 

De volgende dag was lang en saai. In onze notities van die dag stond letterlijk “niets te melden”, behalve dat we die avond nog ineens van dichtbij een coyote zagen. Dat we die dag veel kilometers hadden gelopen, zorgde er wel voor dat we de volgende dag “nog maar” [zo voelt dat dan echt] 32 km hoefden te lopen naar onze laatste stop op de PCT voor de Canadese grens: Mazama. 

In Mazama verblijven we in “Lions Den”. Lion is de trailname van een wat oudere dame, haar echte naam is Mary. In haar huis en tuin zijn hikers meer dan welkom, ze vraagt alleen een kleine donatie. Ze doet persoonlijk de was van alle hikers, deelt zelfgebakken brownies uit en is gewoon allround awesome. Aan alles is gedacht: leenkleren en leenslippers voor als je kleren in de was zitten [en dat is vaak alles wat je bezit], fietsen om makkelijk naar de general store te kunnen komen, en ga zo maar door. Mary wil graag dat alle hikers een steen beschilderen en haar wandkleed signeren. Het is weer een prachtige, chaotische bedoening. Zo’n plek met schitterende mensen die je alleen op de PCT tegenkomt. 

De volgende dag gaan we naar de bakkerij [heel erg lekker], regelen we onze terugvlucht vanuit Vancouver naar Amsterdam en lopen we 31 km naar Harts Pass. Vanaf hier zullen we weer de reguliere PCT volgen. De 31 km – inclusief 1000 meter klimmen – moeten we langs de weg lopen. Met een hele lading podcasts komen we de dag door. Halverwege stopt nog een bezorgde vrouw op een fiets, die ons vroeg of we wel wisten hoe ver het nog was naar Harts Pass en of we wel hoofdlampjes hadden. Dat was lief, maar na 4200 km hadden we wel redelijk een idee van hoe ver het nog was. Ook was er een man in een auto die stopte naast Snowcone en vroeg: “OK, I gotta ask. What the hell are you all doing hiking up this road?“ Waarop Snowcone droogjes antwoordde: “continuous footsteps sir”. We laten de lijn niet onderbreken door een roadwalk. 

Eenmaal boven op Harts Pass mogen we van een vriendelijke ranger op de kleine camping kamperen, ook al hebben we geen cash bij ons. Die avond bespreken we hoe gek het is dat de PCT bijna voorbij is en hoeveel we van het leventje op de trail houden – en van de natuur en van de hiker community vol excentriekelingen. We hebben een ijskoude nacht! De slaapzak doet z’n uiterste best en het gaat net. 

De volgende dag lopen we eindelijk weer op de ons zo vertrouwde PCT. We moeten die dag ruim 1500 meter klimmen, maar het gaat ons makkelijk af. De trail is niet te steil en de omgeving is prachtig. De hele dag zijn we een beetje weemoedig. Het is onze laatste volledige dag op de PCT en we nemen elk uitzicht extra goed in ons op. Die avond kamperen we met Snowcone bij een meertje. De volgende dag is het nog 10 km naar de terminus en daarna nog 12 km naar Manning Park in Canada. Een resort bij een weg waarvandaan we hopen te liften naar Vancouver. 

De volgende ochtend vertrekken we met z’n drieën. Na zo’n twee uur lopen stoppen we ergens om water te filteren – en dan dringt tot ons door dat het nog 500 meter lopen is. Dat is even slikken, maar we lopen dapper door. En dan zien we het monument, de Northern Terminus! We zijn alle drie enthousiast, maar ook een beetje beduusd. We schrijven onze namen in het register, nemen foto’s en verwelkomen nog een vierde hiker. Een oude bekende, genaamd “Goodflow” uit Duitsland. Dan komt uiteindelijk het moment om door te lopen, Canada in. Snowcone loopt terug naar Mazama, omdat hij de Siërra’s nog moet doen. We nemen afscheid en dan lopen we de USA uit. 

Bij Manning Park trakteren we onszelf op lunch en dan gaan we ervoor: een lift regelen naar Vancouver. In Vancouver wonen hikers wie we vorig jaar op de trail hebben ontmoet en die ons een slaapplek hebben aangeboden. We zetten ons schrap voor een paar uur met de duimpjes omhoog langs de weg staan. Het schijnt moeilijk te zijn om vanuit Manning Park te liften. Vancouver is drie uur rijden, er zijn vooral toeristen in dure auto’s en RV’s en daardoor weten weinig mensen van de PCT. Hier zijn we ineens niet twee hikers van wie de meeste mensen weten wat ze aan het doen zijn, maar eerder twee landlopers. 

En dus staan we inderdaad ruim twee uur langs de weg voordat we met enorme mazzel een lift aangeboden krijgen van een meneer die door Vancouver komt. Hij vertelt ons dat bijna niemand hier nog lifters oppikt. Dat was misschien een ding in de jaren 80, maar nu niet meer. We missen de US en de roestige pick-up trucks die ons meestal binnen een kwartier meenemen. 

Na drie uur rijden worden we ergens gedropt bij een winkelcentrum, waar Jeff en Monica ons oppikken. Wat een helden zijn zij! We kunnen twee nachten bij hen logeren en ze leggen ons in de watten. Op zaterdag verhuizen we naar een hostel in het centrum van de stad. En hier zijn we nu. We gaan de komende dagen rustig aan doen en een beetje rondwandelen en de toerist uithangen. 

Vancouver is een leuke stad, maar we missen de PCT. De bossen, de bergen en onze kleine trail bubbel. De energie die we elke dag voelden wanneer we de top van een pas bereikten, het gevoel in de bossen dat je onderdeel bent van een groter geheel… en zo kunnen we nog wel even doorgaan. 

Gelukkig wachten er thuis lieve vrienden en familie die we de oren van het hoofd kunnen kletsen over de PCT. De komende tijd gaan we ijsjes eten en walvissen proberen te spotten… en dan zijn we er weer. Zin in!