3970 – 4128 km
Eigenlijk zijn we nu niet in Holden, dat is al weer een paar dagen geleden. We zitten in Mazama, op nog zo’n 2,5 dag lopen van de grens met Canada. De afgelopen week was de trail zo afgelegen, dat we geen blog hebben kunnen uploaden. Dus hierbij een enigszins vertraagde update over de PCT tussen Leavenworth en Holden.

In Leavenworth pakten we de bus terug naar Stevens Pass en liepen we nog 15 km naar een meertje om daar te kamperen. De volgende ochtend begonnen we met een klim van meer dan 500 meter – en er volgden die dag nog twee lange klimmen. De trail voelde qua kleuren al een beetje herfstachtig, maar het was nog hartstikke warm! In de namiddag krijgen we zicht op een hele grote onheilspellende wolk, die een rookpluim blijkt te zijn van een bosbrand in de buurt. De dag erna zullen we er vlak langs lopen, op nog geen 4 km afstand. We zijn wel wat gewend qua rook op de trail, maar dit is wel een beetje intimiderend. We zien de rookpluim recht van de bron van onheil. We hebben een mooie kampeerplek bij Sally Ann Lake en treffen daar ook weer Snowcone. We spreken af de volgende dag met z’n drieën tegelijkertijd te vertrekken vanwege de bosbrand. We slapen die nacht niet zo best. Het onweert en waait hard en we worden wakker met veel zand in de tent.

De volgende ochtend worden we wakker in een wolk. Na een paar droge uurtjes begint het te regenen en we worden die dag kletsnat. Voor de bosbranden is dat natuurlijk gunstig, voor ons is het op dat moment best balen.

Vol spanning lopen we met z’n drieën de eerste 8 km richting het vuur. We zien asdeeltjes op onze jas terechtkomen. Eenmaal bij de vallei aangekomen zien we de oranje gloed en veel rook. We zijn nog niet eerder zo dicht bij een bosbrand geweest, wel spannend!

De rest van de dag dealen we met regen en kou. We lopen door onbeschrijflijk mooie bossen die we helaas niet op de foto hebben kunnen zetten omdat het aldoor regende. Ondanks de nattigheid weten we het moraal hoog te houden met z’n drieën, ook omdat het bos waar we doorheen lopen zo bijzonder mooi is. De hele dag nemen we nauwelijks pauze, omdat we dan te veel afkoelen. Dat is wel even pittig, want we klimmen in totaal wel 1500 meter. Aan het einde van de middag krijgen we nog een lastige rivier voor de kiezen. Het water staat extra hoog en stort met veel kracht naar beneden. Na een poosje zoeken besloten we tot een punt om over te steken. Vooral Lutske had het moeilijk met overeind blijven [het water was ook nog eens ijskoud]. Dat was spannend, want Lutske droeg de slaapzak en die moest absoluut droog blijven. Met wat aanmoediging van Mart aan de ene kant en Snowcone aan de andere, lukte het toch. Na de oversteek begon het klimmen weer. Uiteindelijk kwamen we doornat aan bij een campspot en zetten we snel de tent op met het “waterprotocol”. Dat betekent dat we omslachtig alles nog proberen een beetje droog te houden. We kregen van de weeromstuit de slappe lach om onze eigen ellende. We kookte een beetje water om iets warms te maken en doken daarna onder de slaapzak. Toen begonnen de zorgen over de volgende dag. Het bleef maar regenen en onder onze tent begonnen zich plassen te vormen. Al onze wandelkleren, sokken en schoenen zouden doorweekt blijven. Ook de tassen werden nat. Het regende hard aan één stuk door, de hele nacht. Maar goed, we zaten aan beide kanten 75 km van de beschaving [teruglopen of vooruit lopen], dus we moesten het er maar mee doen.

De volgende ochtend maakten we een plan. De slaapzak stopten we in de bear can. Het allerbelangrijkste dat droog moet blijven. Lutske’s tas werd de “droge” tas. Deze ging vol met spullen die droog moesten blijven. Een set van onze nog droge kleren bijvoorbeeld. Vervolgens zetten we ons ertoe onze natte kleren weer aan te doen: nat ondergoed, natte sokken, natte shirts en een natte regenjas. Toen zetten we het op een lopen. Om niet onderkoeld te raken lag het tempo hoog.
Onderweg probeerden we af en toe een reep of een twix te eten, maar dat ging bijna niet omdat we de verpakkingen niet openkregen door onze verstijfde handen. De spork bood uitkomst.

We klommen eerst naar een pas, zaten in de wolken en zagen weinig van de omgeving, totdat in de afdaling ineens de wolken weken en het zicht steeds verder reikte. We werden er stil van.

Even later kwamen we een vader van een gezinnetje tegen. We maken een praatje en hij zei dat zijn kinderen de regenachtige dag daarvoor als “the worst day of their life” hadden omschreven… daar moesten we wel even om lachen. In de middag klaarde het weer op, we waren een beetje overweldigd door de natuurpracht om ons heen. We doen nog een vruchteloze poging tot het drogen van onze tent, maar door de luchtvochtigheid en kou had dat weinig zin. Het laatste stuk van de dag liepen we door een prachtig, sprookjesachtig bos met gigantische bomen. We kwamen in het donker aan bij onze kampeerplek en we aten in het donker. We constateerden bovendien dat de slaapzak droog was gebleven!

De volgende dag liepen we een detour, omdat de PCT wegens bosbranden ten noorden van ons gesloten was. Daardoor zetten we koers richting het gehucht Holden. Het beloofde een droge dag te worden en na een ochtend lopen kwamen we bij de splitsing van de PCT en de detour. We gingen over Cloudy Pass een nieuwe vallei [zie coverfoto] in en vielen van de ene verbazing in de andere. Het was echt schitterend en we zagen ook nog een stekelvarken!

Na 17,5 km detour kwamen we aan in Holden. Het was net alsof we in een bergdorp in Oostenrijk waren, in de jaren 50. We besloten hier de nacht te blijven in een van de lodges en… dat was een goed besluit.

Holden is van origine een mijnstadje, dat in de jaren 60 in z’n geheel is geschonken aan een lutheraanse gemeenschap, die er sindsdien voor zorgt en het als een soort vakantie-commune gebruikt. Er hangt een beetje een “new age” achtige sfeer. De vrijwilligers wonen er twee jaar en het hele jaar door komen er gezinnen op vakantie. Ze hebben strenge regels en overal hangen bordjes, maar het eten is goed en we mogen zoveel pakken als we maar willen. We kunnen douchen, de was doen én bordspellen spelen. We delen een kamer met Snowcone en de geur in die kamer is met alle natte spullen en schoenen niet zo best. Het is maar goed dat we even kunnen douchen en spullen drogen! We begonnen de volgende ochtend eens rustig aan een uitgebreid ontbijt. We droogden de tenten en speelden spelletjes op het terras. Uiteraard onder het genot van meer boterhammen, appelsap en koffie. Tegen lunchtijd werd het duidelijk dat we ons welkom wel een beetje tot het uiterste aan het oprekken waren. De vrijwilligers begonnen wat te fluisteren, wanneer zouden die drie hikers vertrekken? We aten nog mee met de lunch en gingen er toen rollend vandoor.

De volgende stop zou Stehekin worden, dan Mazama en dan Canada!