2576 – 2767 km

In ons laatste bericht schreven we dat we één nachtje in Etna zouden blijven. Dat werden er uiteindelijk twee, onze eerste echte zero dus! Het Collier Hotel was te comfortabel en gezellig om na één nachtje al te verlaten. We moeten wel van kamer wisselen, maar krijgen er een reusachtige kamer voor terug. Deze is wel een stuk duurder, maar we kunnen de kosten splitsen met een andere hiker met wie we de kamer delen. We chillen de hele dag op de veranda, koken die avond met andere hikers en we drinken lekker veel thee. Kortom: relaxed. De volgende ochtend halen we bij de bakker een heerlijk [zeer on-Amerikaans] brood, dat we meenemen op de trail. We drinken nog een kop koffie met collega-hikers en we krijgen een lift terug naar de trail van een local die zichzelf “Dusty” noemt. Ze zit flink op de praatstoel, flirt er op los en na een dolle rit komen we weer aan bij de PCT. We doen die middag rustig aan en kamperen ‘s avonds bij een prachtig meer met een groepje hikers. Er wordt een vuur gemaakt en na een gezamenlijk diner en een duik in het meer gaan we slapen.

De volgende sectie is heel mooi, met bergen die ons aan de Alpen doen denken. We passeren nog een Belg die er de vorige avond achter kwam dat hij z’n tent vergeten was en daardoor ruim 40 km terug moest lopen die dag… balen. We genieten de volgende dagen van de uitzichten, de variatie aan bloemen en de vele herten en chipmunks. We nemen veel pauze, zodat we het allemaal goed in ons kunnen opnemen. Ook kunnen Mart z’n voeten de pauzes wel gebruiken, hij heeft nog steeds veel last van blaren. De herten worden steeds brutaler. Ze komen dichtbij onze tent ‘s avonds en op onze kampeerplekken hangen we telkens onze wandelstokken in de bomen, omdat ze graag aan onze handvatten knabbelen [die zijn zout van onze zweethandjes].

Op dag 15, de derde dag sinds Etna, dalen we af naar Seiad Valley. Hier kunnen we een resupply doen, kamperen en douchen. Om er te komen, moeten we eerst 35 km dalen. De afdaling is zwaar. Het is bloedheet en er is veel zogenoemde “blowdown”, omgevallen bomen op het pad. Ook moeten we veel “bushwacken” – nog zo’n prachtige term, die spreekt wel voor zich – waar de trail overgroeid is door struiken. Wel zien we die dag een prachtig groot mannetjeshert, met een heel groot gewei. Die hadden we nog niet eerder gezien, heel cool! Ook zien we een baby hertje met nog witte stippen op z’n ruggetje, die vrolijk voor ons uit stuitert. Uiteindelijk komen we na een hete dag aan bij de General Store en het RV park waar we mogen kamperen. Daar hebben zich al heel wat hikers verzameld. Op het RV park mogen PCT hikers voor vijftien dollar kamperen en een koude buitendouche gebruiken. Perfect! Als wij al een tijdje zijn gesetteld en hebben gedoucht, komt een hiker het terrein op strompelen die zonder blikken of blozen direct doorstoot naar de douche en er met kleren en al onder gaat staan. Dat is eerlijk gezegd wel een accurate reactie op de hitte van die dag. Ook organiseren de vaste gasten elke avond voor hikers een gezamenlijke maaltijd, waarvoor ze een bescheiden donatie vragen. We verwachtten een broodje hamburger of zo, maar er volgt een waar feestmaal! Alle hikers zijn helemaal over hun toeren. Echt fantastisch wat die mensen doen, heel bijzonder.

Al met al was Seiad Valley dus heel gezellig. Maar al tijdens die dag gaat het ook veel over de beruchte “climb out of Seiad Valley”. Een klim van 1.500 meter aan één stuk en het wordt de volgende dag 37 graden. Bijna iedereen is van plan te liften en dat stuk over te slaan. Wij gaan de klim wel doen en staan voor vijf uur ‘s ochtends op om zo vroeg mogelijk klaar te zijn met het klimmen. Het valt ons alles mee. Het is wel zwaar, maar niet zo erg als iedereen elkaar vertelde op het RV park. In de middag, als het op z’n heetst is, doen we klim twee van die dag [600 meter]. En die is veel erger dan die van 1.500 meter. We lopen in de volle zon, klimmen over wel 20 bomen en banen ons soms een weg door dicht struikgewas. Het is nogal ruk allemaal. Maar, ook dit overleven we weer.

De volgende dag slaken we een zucht van verlichting. De trail is vrij van omgevallen bomen en niet al te steil. Ook lopen we na de lunchpauze Oregon binnen. Na 2.700 km Californië een echte mijlpaal! Bij de pauze op km 31 van die dag komen we een echtpaar tegen dat daar aan het “vlinderen” is met een netje en alles. Ze hebben Nederlandse roots en zijn heel lief, we krijgen een blikje cider van ze. Die dag lopen we onze langste dag tot nu toe, meer dan 44 km!

De volgende dag – vanochtend – lopen we nog 24 km, waarna we zijwaarts liften naar Ashland. We komen onze hiker buddies weer tegen in het hostel waar we verblijven. Ze liepen zo’n 23 km op ons voor omdat ze hadden gelift na Seiad Valley. Vandaag hebben we gegeten bij een Indiaas “all you can eat buffet” [terug naar ons hostel gerold], de was gedaan en uitgevogeld hoe de volgende stretch er uit gaat zien qua resupplies. Dat wordt de komende tijd weer even wat ingewikkelder – we hebben besloten een postpakket naar onszelf te sturen dat we over ongeveer 10 dagen oppikken. Daartussen zit nog één – waarschijnlijk summiere – resupply. Maar alles rondom eten op de trail gaan we morgen regelen – nu eerst nog even uitrusten en veel snacken.