0 – 85km

Op het moment van schrijven zitten we op een super winderige maar mooie picknickplaats ergens in de “high desert”. Dat betekent dat we in de heuvels van zuid Californië zitten. De zon is hier fel. Het is hier ontzettend stoffig en er zijn veel reptielen [waarover later meer], maar er zijn ook nog bomen en veel verschillende bloemen en planten. De echte zandbak moet nog komen [vandaag voor het eerst in de verte gespot, ook hierover later meer]. 

Het mooie aan onze pauzeplek is dat er een waterkraan is – water is schaars! En het wordt de komende dagen nog schaarser. Maar goed, even terug naar dag 1. Zondag zijn we met een shuttlebus naar de zogenoemde “southern terminus” gereden in Campo, het startpunt van de PCT. Thuis hebben we aan menigeen verkondigd dat dit vlakbij de Mexicaanse grens ligt. We hadden niet door dat je de muur letterlijk aan kunt tikken, een hele rare ervaring die muur. We konden ‘m nog urenlang zien. 

Na een korte briefing door de Pacific Crest Trail Association konden we van start. We hebben nog wat foto’s gemaakt bij de terminus, even een been door de spijlen van de muur gestoken en een voetje in Mexico gezet – en toen gingen we echt van start! We waren HYPED. Het was niet ondraaglijk warm en de benen waren OK. Binnen 10 km kwam de eerste shock. Een slang! Een ratelslang op het pad, gespot door een andere hiker. De slang gleed rustig weg gelukkig, niks aan ‘t handje. We waren daarna wel zeer alert. Degene die voorop loopt heeft sinds dat moment “snake duty”. Ook zagen we die dag meerdere haviken, kolibries, een gier en veel eekhoorns. Op een gegeven moment had Mart een frontale confrontatie met een tweede ratelslang. Deze was zeer verontwaardigd dat wij langs kwamen lopen. Lutske was al voorbij, maar bij Mart begon ‘ie boos te ratelen. Mart zag ‘m in zijn ooghoek op zo’n halve meter afstand en sprong bijna een gat in de lucht, we waren allebei een beetje bibberig daarna. Extra goed opletten!

Op dag 1 zijn we uiteindelijk geëindigd op een campground met enorme RV campers en een aantal tentjes van PCT hikers. Op een aantal kilometer van de camping twijfelden we van te voren nog of we verder moesten gaan of niet, we hadden er al flink wat kilometers op zitten. Maar de water situatie dicteerde dat we nog verder moesten, op de camping zou water zijn. Dus uiteindelijk bestond dag 1 uit 32 kilometer! Op de camping was een “hiker box”, een doos waarin andere hikers spullen stoppen die ze niet nodig hebben. Een soort bibliotheek/supermarkt voor hikers. Wij haalden er een snicker en een pakje tonijn uit. Mazzel! Na het koken vielen we als een blok in slaap. 

Op dag 2 maakten we weer een lange dag van zo’n 28 kilometer [opnieuw ook mede vanwege een aanwezige waterbron op dat punt]. We begonnen met frisse moed. Ook stuitten we weer op een hiker box. Ditmaal met een bijbel er in. Bijzondere vondst. Ook was er de eerste “trail magic!” Namelijk een tap met ijskoude limonade. Trail magic is wanneer mensen uit de buurt iets op een plek achterlaten waar veel hikers langs komen. Bijvoorbeeld limonade, of een koelbox met fruit. Ook hadden we die dag een hemelse pauze plek, met een heus stromend beekje. Dat doet een mens echt goed in zo’n droge omgeving. Uiteindelijk kampeerden we op een mooie plek langs de trail met twee andere hikers. Zij gingen “cowboy campen” [zonder tent, gewoon in je slaapzak over de blote hemel]. Dat deden wij dus mooi niet, misschien over 2 maanden. 

De eerste paar dagen hebben we de meeste hikers in onze “start bubbel” wel zo’n beetje gesproken. Gesprekjes op pauze plekken en bij de tent zijn heel leuk. Ervaringen en gedachten uitwisselen over de beste rugzak, wat je het beste kan doen als er een beer hij je tent rondscharrelt, welke planten giftig zijn, etc. 

En nu is het dus alweer dag 3. Het weer is nog steeds heel goed, niet te warm en een koele bries. Al is bries wel wat een understatement, het waait stevig. Lekker stof happen. Morgen wacht ons nog één koele dag. Daarna wordt het warmer. Vandaag hebben we de eerste glimp opgevangen van de échte woestijn. Dat was een prachtig uitzicht, maar ook nogal kaal en intimiderend. Waar we de afgelopen dagen hebben gelopen is het namelijk wel droog en stoffig en de zon heeft een enorme kracht, maar het is ook verrassend groen en divers. We zien heel veel verschillende bloemen, bomen, planten en dieren. Echt heel erg cool! Al blijft er wel altijd die onderhuidse dreiging van de ratelslang. 

Vandaag hebben we ook nog wat proviand weten te bemachtigen in de meest Amerikaanse “General Store” ooit. Er hing nog net geen opgezette berenkop aan de muur. 

Wij lopen zo door naar de kampeer spot voor vannacht, nog een kleine 6 km. En dan is het morgen alweer dag 4. De tijd vliegt, and whe’re still having fun! Al zijn we ook heel vies, dat ook.